Gisteren zei mijn zoon voor het eerst ‘sì‘. Voor ons echt een hoogtepunt. Het zal geen verrassing zijn dat hij al wel heel lang ‘nee‘ en ‘no‘ zegt. Met de nodige aanmoediging was het ook gelukt om hem ‘jaaaa!‘ te laten zeggen.
En nu is het cirkeltje dus rond. Toch blijft hij vooralsnog wel de voorkeur hebben voor verschillende varianten op ‘nee‘. Ook als hij eigenlijk ‘ja‘ bedoelt trouwens.
Wat blijkt? Hij zit nu (met 17 maanden) in de één-woordfase. Opvallend daaraan is onder andere dat kinderen wel goed ‘nee’ kunnen zeggen, maar geen ‘ja’ zeggen. Dus niks geks aan dat hij volmondig ‘nee’ antwoordt op mijn vraag of hij melk wil en vervolgens het flesje uit mijn hand trekt…
De één-woordfase: lekker efficiënt
Het verschilt natuurlijk per kind, maar vanaf ongeveer 11 maanden gaan kinderen hun eerste woordjes zeggen. Die woorden komen over het algemeen uit 2 categorieën: namen van dingen en woorden die gebruikt worden bij sociale interactie.
In mijn eerste post, schreef ik al over Samuels eerste woordjes. Hij was daar helemaal aan het begin uiterst efficiënt in:
- mensen: mamma
- dieren: gatto
- voertuigen: auto
Daarnaast zei hij graag ‘hallo‘ en ‘ka‘ (klaar).
Stap voor stap, zijn kindjes in staat om binnen bepaalde categorieën onderscheid te maken en hun woordenschat uit te breiden. Gelukkig noemt hij inmiddels alleen mij nog ‘mamma‘ (ook tot grote vreugde van Antonio) en heeft hij er heel wat woordjes bij geleerd.
Vanaf ongeveer 18 maanden begint de twee-woordfase. Het schijnt dat tweetalige kindjes dan al zouden kunnen beginnen met code-switching. Ik zet mijn geld in op ‘mama auto’.
Een gedachte over “Dat ene magische woord”