In deze post vroeg mijn schoonmoeder zich af hoe mijn zoon en dochter met elkaar zouden gaan praten. Nu er steeds meer gesprekjes op gang komen, is het tijd voor een eerste antwoord op die vraag…
Een tijdje geleden was mijn dochter ’s ochtends bij haar broertje in zijn bedje gekropen. Ze waren lekker aan het spelen, dus ik bleef even op de gang wachten om te luisteren naar hun geklets.
“Siamo svegli! Tu sei sveglio, e io sono sveglia! (we zijn wakker! jij bent wakker en ik ben wakker!)”,waarop mijn zoon enthousiast antwoordde “svegli, svegli, svegli! (wakker, wakker, wakker!)”. Mijn dochter stelde voor om van het bedje een klein huisje te maken: “zullen we dan hier het dakje maken?” om vervolgens al zingend aan de slag te gaan: “let it go, let it goooo, let the storm rage on….”
Het blijft me fascineren hoe makkelijk mijn kinderen schakelen tussen het Nederlands en het Italiaans. Eerder schreef ik al over ‘code-switching’ en hoe dat een beetje werkt. Nu mijn zoon ook steeds meer begint te praten begin ik bij hem ook de eerste voorbeeldjes tegen te komen:
Aan tafel: “Acqua lekker!” (lekker water)
Tijdens het aankleden: “Hand dentro” (hand erin)
Al spelend: “Altro muts” (andere muts)
En na het vallen: “Bocca pijn” (mond pijn)
Het is grappig om te zien hoe hard hij aan het leren is, want soms test hij ook of een woord hetzelfde is. Dan zegt hij bijvoorbeeld: “acqua, water”, maar ook “kapot, stuk”. Daardoor lijkt het er toch wel op dat het Nederlands en het Italiaans geen twee aparte systemen zijn in zijn hoofdje.
Ook mijn dochter schakelt moeiteloos over van de ene taal naar de andere. Toen we vandaag aan tafel zaten, kreeg ze een broodje van haar broertje.
Toen zei ik: “Bedank je je broertje even?”
En zij: “Grazie! (dankjewel)”
Ze weet prima hoe ze ‘dankjewel’ moet zeggen, maar in dit geval leek het haar blijkbaar gepast om haar broertje even in het Italiaans te beantwoorden. Misschien wel een eerste vorm van onderonsjes met haar broertje…
Een gedachte over “Tweetalige broer en zus: zo gaat dat dus!”