“Mijn ervaring als oma met tweetalige kleinkinderen is super! Het vervult me met trots om de vooruitgang van mijn kleindochter te zien. Ongeveer een jaar geleden wist ze nog niet dat ze met haar grootouders uit Italië Italiaans moest praten, dus daar moesten we haar soms nog aan herinneren. Nu weet ze perfect hoe ze zich moet uitdrukken en schakelt ze moeiteloos van het Italiaans naar het Nederlands, afhankelijk van de mensen met wie ze praat. Ik ben heel benieuwd naar hoe mijn kleinkinderen later onderling met elkaar zullen praten, afhankelijk van of ze in Nederland of in Italië zijn.” – Oma Caterina uit Italië.
Zo lief! En interessant natuurlijk. Want, wanneer weet je eigenlijk dat je tweetalig bent? Google vertelt me het antwoord niet (in Nederlands, Engels óf Italiaans), dus doe ik zelf n poging 😉
1 jaar: beide talen begrijpen, onbewust en willekeurig toepassen
Zo lang ze nog niet echt zinnen maken, wisselen losse woordjes in beide talen elkaar af. Bij mijn zoon van 17 maanden zie ik dat hij beide talen begrijpt. Hij kan alleen nog niet alle woorden in beide talen zeggen. Als ik hem vraag om in een boek de schoenen aan te wijzen, doet hij dat en zegt hij ‘capa’ (scarpa = schoen in het Italiaans).
2 jaar: beide talen begrijpen, bewust proberen juiste taal toe te passen
Kort na de geboorte van mijn zoon, mijn dochter was toen net 2, was mijn schoonfamilie veel in Nederland. Mijn dochter wast toen al lekker aan het kletsen in beide talen. We moesten haar toen nog wel helpen herinneren dat de ene oma alleen Nederlands begrijpt en de andere oma alleen Italiaans.
Het hield haar flink bezig.
Na een paar maanden was ik met mijn schoonmoeder en de kinderen aan het wandelen. Ik zei in het Nederlands tegen Julia dat we even gingen stoppen omdat ik haar veter moest strikken. Zij keek me aan en zei: “praat maar Italiaans mamma, anders begrijpt oma het niet”.
3 jaar: beide talen begrijpen, bewust (en onbewust) de juiste taal toepassen
Inmiddels schakelt mijn dochter moeiteloos van het Italiaans naar het Nederlands. Ze antwoordt meestal in de taal waarin ze aangesproken wordt. Ze weet duidelijk welke woorden Italiaans zijn en welke woorden Nederlands zijn. Vandaag deed ze het er gewoon om:
Zij: “mama, hoe zeg je ‘donderdag’ in het Italiaans?”
Ik: “giovedì”
Zij: “en lunedì in het Nederlands?”
Ik: “maandag”
Zij: “en zondag gaan we appels plukken, hè?”
Ik denk dat ze wel weet dat ze tweetalig is inmiddels.
4 gedachten over “Wanneer weet je dat je tweetalig bent?”